Meer inzicht in het urinewegstelsel

Als u bent gediagnosticeerd met een neurogene blaasaandoening, helpt het om over het functioneren van uw lichaam basisinformatie te lezen. Lees hier meer over uw urinewegstelsel.

Lees hier informatie over het urinewegstelsel van uw lichaam.

Het opdoen van kennis over hoe uw lichaam werkt, is altijd een goede stap wanneer u gediagnosticeerd bent met een medische aandoening. Als u onlangs te weten bent gekomen dat u een neurogene blaas heeft, leest u hier een nuttige basisuitleg over uw urinewegstelsel.

Anatomie van het urinewegstelsel

Uw urinewegstelsel bestaat uit de nieren, urineleiders, blaas, plasbuis, interne en externe sluitspieren en spieren. Al deze onderdelen spelen elk een unieke rol in het filterproces.

De nieren zorgen ervoor dat het overtollige vocht en de in het bloed aanwezige afvalstoffen worden uitgescheiden. Deze worden in de vorm van urine via de urineleiders afgevoerd naar de blaas. In de blaas wordt de urine opgeslagen tot u urineert. De nieren produceren doorgaan 30 tot 90 ml urine per uur.

De urineleiders zijn bij volwassenen ongeveer 28 tot 35 mm lang. De urineleiders komen schuin in de blaas uit waardoor terugstroom van urine naar de urineleider wordt voorkomen. Spiersamentrekkingen in de urineleiders duwen de urine van de nieren naar de blaas.

De blaas is een hol orgaan met een spierwand en twee primaire functies: de opslag en lozing van urine. In ontspannen staat kan de volwassen blaas ongeveer 500 ml urine vasthouden voordat u een sterke drang voelt om te urineren. De blaasgrootte, -vorm en -capaciteit om urine te bewaren zijn voor elke persoon anders. 

De plasbuis is de buis die urine transporteert van de blaas het lichaam uit. De plasbuis is een met slijmvlies beklede buis die loopt van de blaas naar het uiteinde met een opening om te urineren.

De sluitspieren zijn twee ringvormige spieren die rondom de blaasuitgang liggen. De inwendige sluitspier, een onwillekeurige gladde spier, en de uitwendige sluitspier, een willekeurige dwarsgestreepte spier. De uitwendige sluitspier is degene die willekeurig wordt samengetrokken om te controleren wanneer u urineert.

Spiersamentrekkingen, zowel willekeurige als onwillekeurige, maken deel uit van het urineren. De blaasspieren trekken samen en de sluitspieren worden geopend. De bekkenbodemspieren bestaan uit verschillende kleine spiergroepen die de plasbuis, vagina (bij vrouwen) en het rectum omgeven. Ze bieden ondersteuning aan de organen van het bekken en ze helpen de plasbuis op haar plaats te houden.

De rol van uw zenuwstelsel

Het proces van urineren omvat coördinatie tussen de blaas, de sluitspieren en een intact zenuwstelsel. Een zenuwstelsel en hersenen die gezond functioneren, zijn zeer belangrijk voor een goede coördinatie van dit complexe proces, dat kan worden vereenvoudigd in drie stappen:

1. Wanneer de blaas vol is, worden er zenuwimpulsen verstuurd naar het onderste gedeelte van het ruggenmerg
2. Deze impulsen worden vervolgens naar de hersenen gestuurd om te communiceren dat de blaas vol is
3. De hersenen sturen een boodschap naar de blaas om samen te trekken om de urine te lozen. 

Verschillen tussen urinewegstelsels bij mannen en vrouwen

De meeste aspecten van het urinewegstelsel zijn vergelijkbaar bij mannen en vrouwen: het hoofdverschil is de lengte van de plasbuis; de plasbuis van de vrouw is gemiddeld 2,5 tot 4 cm, bij de man is de plasbuis gemiddeld 20 tot 25 cm lang.

Hoe meer u weet over het urinewegstelsel van uw lichaam en uw neurogene blaasaandoening, hoe meer u zult voelen controle te hebben over uw situatie terwijl u werkt met uw zorgteam om deze aandoening te behandelen en beheren.